Autisme en onderwijs op afstand in coronatijd

Sasja van Hofwegen

Van een gestructureerd leven, 2 dagen Rijndam en 3 dagen school, naar een hele dag thuis zitten. Dat vergt veel van je. Gewone tijd opstaan, eten en aankleden en dan aan school werken, is mijn voorstel voor de dagindeling. Verbaasd kijk je mij aan. “Ja Pieter, je krijgt thuis les van mij.” Je valt stil, dan worden je ogen groot om vervolgens luid lachend op de bank te ploffen; “Oké juf mama.” En we gaan aan de slag.

Je bent niet gewend zoveel te werken thuis, want huiswerk past niet in jouw plaatje. Na 10 minuten is het al grommen en zuchten. Ik haal diep adem, leg je nogmaals uit dat dit echt serieus is en je gewoon elke dag aan de bak moet met school. Ik print het rooster voor je uit. Ik moet je even de tijd geven om aan idee te wennen. We hangen het rooster op je planbord. Zo krijg je overzicht. Morgen starten we de dag met frisse moed met Nask en Aardrijkskunde. Dat is te overzien.

We zijn anderhalve week verder en het is moeilijk voor je om een goed dagritme te krijgen. De ene dag gaat beter dan de andere dag, maar je knapt op van de momenten achter je computer tijdens het beeldbellen met school. Af en toe kijk ik om het hoekje en vraag ik je of het goed gaat. Standaard zeg je: “ja” en kijk je mij stralend aan, maar als je beneden bent ben je eigenlijk wel te moe om nog iets te ondernemen. Met alle steun van Rijndam proberen we balans voor je te vinden in inspannen en ontspannen.

Op zondagavond vraag ik mij serieus af hoe ik het morgen ga doen… Belafspraken met Rijndam om 9.00 uur voor de fysio en om 10:00 uur de ergo, maar ik moet ook Nina helpen met schoolwerk. Ik kijk naar de planning. Ik ben tot zeker 14.00 uur bezig met school van beiden en het revalideren van Pieter. Ergens tussendoor de boodschappen doen en ’s avonds eten maken. Voor vandaag lukt het, maar dinsdag, donderdag en vrijdag moet ik werken. Hoe ga ik dat doen?! Chaotisch is het. Niks voor mij, ik houd daar niet van. Het moet gestructureerd zijn, zodat iedereen weet waar hij aan toe is. Vooral Pieter heeft er last van. Hij heeft online lessen, maar hoe moet hij zich melden? Ik zit tot 21.30 uur nog te mailen met zijn mentor. Dat is niet goed. Ik mail hem te vaak omdat ik het niet geregeld krijg. Het geeft onrust. Je wil het zo graag goed doen, maar je weet niet hoe. Pieter kan het zelf niet regelen, dus doe ik het. Zucht… Rijndam aan de lijn. Ze geven aan dat het thuisonderwijs te belastend is. Niet alleen voor Pieter, maar ook voor mij. Maar ja, school is belangrijk voor hem, dus staat op 1 voor hem, maar de hulpverleners denken daar anders over.

Tussendoor nog een intake met Boba voor levensloopbegeleiding. Wat een leuke meid. Dat gaat klikken met Pieter. En dan besef ik mij dat ik nu geen hulpverlener, juf, lerares, docent, fysiotherapeut, ergotherapeut of wat dan ook moet zijn, maar gewoon mama. Mama voor Bart, Pieter en Nina. Ik moet het loslaten. Ja loslaten, bij Bart en Nina gaat dat al prima. Maar Pieter, je bent zo kwetsbaar… Je glijdt af. Witjes, zere voeten, zere teen en moe. Je gaat met papa de keuken in om een nieuw recept voor saté te maken voor op de bbq. Je doet je ding en gaat weer op de bank zitten. Papa neemt je mee uit vissen, maar je houdt het niet lang vol. Deze week is het maar 4 dagen en daarna is het vakantie, maar ook die is anders. Onze vakantie is geannuleerd en blijven wij thuis. Ik ga even resetten, hardlopen, hoofd leegmaken. Het zijn rondjes van 10, 12 km maar het lucht op. Ik ben het kwijt en ik laat het los. Nu kan ik weer gewoon mama zijn.

Als ik op dinsdag uit mijn werk kom, waar ik een goede middag heb gehad op de noodopvang en nog met de sleutels in mijn handen sta, sta jij al voor me. “Eten we gewoon kwart over 6 mam?” “Jazeker”, zeg ik je. Je bent onrustig, eet snel je bord leeg en als we allemaal klaar zijn ruim je snel mee de tafel af. Je loopt om me heen. “Knuffel mama?”  Tuurlijk, daar laat ik alles voor vallen. Wat een onrust. Ik vraag je wat er is. “Mam, de persconferentie is toch om 19.00 uur?” En dan gaat het mij dagen, de onrust, mag je wel of niet naar school.

“Zullen we samen kijken”,  vraag ik je? Je zit met opgetrokken benen langs je knieën te turen naar het beeld. “Vooruitkijkend vragen wij het voortgezet onderwijs…” horen we premier Rutte zeggen. Je veert op… “gaan er vooralsnog vanuit dat dit vanaf 1 juni kan.” Ik kijk voorzichtig naast mij. Je kijkt bedenkelijk en rekent hoelang je nog thuis moet zitten tot 1 juni. Ik woel even door je krullen en vraag of je een watermeloen ijsje wilt. Tuurlijk, denk ik bij me zelf, of dat dat alles oplost… “We boksen er ons wel doorheen lieverd”, zeg ik je. “Wat lukt dat lukt en wat niet lukt, is ook prima. School is altijd meedenkend. En als we hulp nodig hebben mogen we ook altijd Rijndam en Boba bellen en mama is er ook altijd voor je!”

Sasja van Hofwegen,
Moeder van 3 vrolijke kinderen en pedagogisch medewerker

Door de site te te blijven gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om je de best mogelijke surfervaring te bieden. Als je doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van je cookie-instellingen of je klikt op "Accepteren" hieronder, dan ben je akkoord met deze instellingen.

Sluiten