De weg naar het speciaal onderwijs
Je bent 2,5 jaar en je loopt wat angstig naast me…Voor het eerst naar de peuterspeelzaal. Je broer gaat de klas al in, jij klampt je vast aan mijn been. Ik trek je jas uit en neem je mee de klas in. Je kijkt mij wanhopig aan.
Dat kleine witte koppie met je mooie blonde krullen. Je bruine ogen zijn waterig. “Nee lieverd je hoeft niet huilen. Mama komt je straks weer ophalen.” Ik zet je aan tafel en maak een puzzel met je. En dan ga ik weg. Verdrietig zit je daar aan tafel. Je broer is vlakbij je, maar dat is geen troost voor jou.
Na schooltijd kijk ik door het raam. Je ziet me staan. Er komt een stralende lach op je gezicht en je zwaait voorzichtig. De deur zwaait open en je wacht geduldig tot ik je van je stoel komt halen… Je broer daarentegen heeft zijn spullen al gepakt.
Je bent 4 jaar. Voor het eerst naar de grote school. Je komt er al elke dag om je broers naar school te brengen, maar vandaag is het anders. De juf klapt in haar handen en iedereen gaat in de rij staan. Je kijkt mij aan. Je hebt je mooiste jurk aan en je haar in een mooie staart. Je ogen vullen zich met tranen. Ik loop met je mee. Ik doe je jas uit en breng je in de klas. Met een hele zachte stem zeg je me dat je bij mij wilt blijven. Het liefst pak ik je op en ga ik met je naar huis. Ik verman mezelf en hoor me zeggen: “ Mama komt je straks weer halen lieverd.” Ik geef je een dikke kus en loop de klas uit. Ik draai niet om. Als je mijn waterige ogen ziet, dan ben ik verloren. Ik loop nog even snel naar je broers. Ik zie 2 vrolijke koppies; dolblij dat ze op school zitten
Je bent 7 en zit met veel haken en ogen in groep 4. Het is februari. Nog steeds hand in hand naar school. We lopen het schoolplein op. Je verbergt je gezicht in mijn jas: “Ik wil niet naar school mama, ik wil bij jou blijven.“ Ik verman me en zeg tegen haar: “Dat kan niet lieverd, je moet naar school.” De bel gaat en iedereen gaat in de rij. Je blijft staan. Ik voel je handen die mij nog steviger vastpakken. “Ik haat school en ik ga niet naar binnen,” hoor ik je zeggen.. Ik wacht tot iedereen binnen is en sleep je letterlijk mee. Je probeert los te komen. De wanhopige blik in je ogen… Je moet, denk ik bij mezelf en neem je mee. De juf wacht mij voor de zoveelste keer op om je over te nemen. Dit keer ben je stelliger dan ooit. Ik pak je vast en zet je op je stoel en dan breek je. Je gaat heel hard huilen en ik voel iets in mijzelf knappen. Ik pak je vast en ook ik moet vreselijk huilen. “Dit kan niet langer, “ hoor ik mezelf fluisteren tegen de juf. Ze slaat een arm om mij heen en zegt: “We gaan er wat aan doen. “ Je slaakt een zucht van opluchting.
Niet veel later ga je terug naar groep 3. Ik schakel hulp in bij de therapeuten van je broer bij Yulius. Je wordt uitgenodigd en er volgen vele onderzoeken. Je laat het gelaten over jezelf heen komen. Je doet braaf alles wat er van je gevraagd wordt en we krijgen een afspraak om de uitslag te bespreken.
We zitten daar op kantoor. Ik roer wat in de koffie en luister. “Jullie dochter heeft een autismespectrumstoornis, ” zegt de therapeut. Er schiet van alles door mij heen…autisme?? ..Nina…?? Pieter heeft autisme, maar die is heeeeel anders. Ik hoor haar verder aan: “Daarnaast heeft jullie dochter een disharmonisch intelligentieprofiel.” Nina krijgt een cluster 4 indicatie. Mijn wereld staat stil. Ze praat verder en vertelt veel over Nina. Er vallen heel veel dingen op zijn plek. Lieve Nina, wat heb jij het moeilijk, gaat er door mijn gedachte.
Ik ga met de uitslag naar school en er wordt direct adequaat op gereageerd. Nina gaat na de zomervakantie weer naar groep 4. Ze krijgt een arrangement op school met een ontzettende lieve hulpjuf. Mede door haar gaat Nina met veel plezier naar school op die 3 dagen, maar Nina ontwikkelt zich en er komen steeds meer ongemakken. De dagen dat haar hulpjuf er niet is krijg ik haar bijna niet naar school. Ze verzet zich, heeft veel angsten en heeft weinig sociaal contact.
Ik trek wederom aan de bel bij Yulius. Ik mag direct komen. De psychiater kijkt me aan. Ik zie een andere blik in haar ogen, dan wanneer ik voor haar broer kom. Ik hoor haar aan: “Wij mogen Nina hier niet meer behandelen. Haar IQ is te laag dus gaan we haar overschrijven naar een andere afdeling binnen Yulius. Ook is het beter voor haar dat ze naar het speciaal onderwijs gaat. Ik zal de papieren in orde maken en je moet bij de gemeente vervoer aanvragen,” zegt ze. Ik ben totaal uit het veld geslagen. Dit had ik absoluut niet verwacht… De psychiater gaat de kamer uit. Ik blijf nog even napraten met de behandelaarster en dan ga ik naar huis.
De volgende ochtend sta ik op het schoolplein. Er komt een juf naar mij toe: “Vind je het goed dat ik Nina straks meeneem naar het nieuwe schoolgebouw om haar voor te bereiden voor als ze na de vakantie in groep 5 start in een nieuw schoolgebouw?” Ik kijk haar aan en de tranen stromen over mijn wangen. “Ze willen Nina naar het speciaal onderwijs doen, “ hoor ik mezelf tegen haar zeggen. “Ik wil dat niet. Ik wil dat ze hier blijft….” De intern begeleidster heeft inmiddels een brief gekregen met het advies voor speciaal onderwijs. De school geeft aan dat ze meer voor Nina kunnen betekenen en er wordt besloten dat ze gewoon op school blijft.
Groep 5. Wat spannend. Een nieuwe school, nieuwe juffen. Je staat wat ongeduldig naast me. En dan is het zover. De kinderen mogen naar binnen. Je gaat, al moet ik wel meelopen. Je hangt je spullen op en doet je brooddoos en beker in de daarvoor bestemde bak en gaat op je plek zitten. Dat ging goed, dacht ik nog…
De eerste weken is het erg wennen. Nina gaat redelijk naar school, maar na een aantal weken houdt ze het niet meer bij. Ze wil wederom niet naar school en wordt steeds paniekerig als de bel gaat. “Ik wil niet naar school mama, ik haat school, “ hoor ik haar elke ochtend tegen mij zeggen. Tot overmaat van ramp wordt haar hulpjuf ergens anders geplaatst en krijgt ze een andere. Nu is het hek van de dam… Ook haar vriendje uit de klas gaat van school en dat vindt ze vreselijk. Nina gaat verstoord gedrag vertonen, kan niet meer normaal in de rij mee lopen, wordt boos op de juf omdat een lief jongetje uit de klas straf krijgt, haalt ‘s morgens alles uit de kast om maar niet de klas in te gaan en in blinde paniek rukt ze zich elke keer los van de juf.
En nu is het klaar! Ik weet het niet meer. De altijd betrokken intern begeleidster is met verlof. Naar wie moet ik toe? Je hebt een hele lieve juf, zal ik naar haar gaan… Nee dat doe ik niet, dan moet ik weer huilen. Ik wil iemand van buiten. Ik moet sterk blijven, denk ik. Ik bel de schooldokter en mag gelijk langskomen. Ik doe mijn verhaal. Ze kent het dossier en dan gaat het hard. We nemen een rigoureus besluit; Nina gaat naar het speciaal onderwijs. Ik maak een afspraak op het SBO, waar ook haar vriendje naar toe is gegaan. We worden vriendelijk ontvangen op de school. De directeur leest haar papieren, kijkt me aan en zegt: “Wat moet Nina het moeilijk hebben op school.” Ik kijk hem aan en voel alle spanning uit mijn lichaam verdwijnen.. Eindelijk iemand die het begrijpt. De papieren worden in orde gemaakt, het vervoer wordt aangevraagd en ze mag na de Kerstvakantie naar haar nieuwe school.
De woensdag voor de Kerstvakantie mag je komen wennen in je nieuwe klas. Om 9 uur zitten we bij de directeur aan de koffie. Hij legt de nieuwe kinderen uit wat er die dag gaat gebeuren. Ze krijgen een rondleiding. Dan hoor ik: “Nina ga je mee dan mag je naar je nieuwe klas. “ Hij klopt op de deur. Daar is haar juf: “ Hoi Nina wat leuk dat je bij ons in de klas komt. Je mag naast je vriendje gaan zitten. “ Nina kijkt me stralend aan. Ga maar lieverd. Veel plezier, “ spreek ik haar bemoedigend toe.
Na een uur kijk ik stiekem bij het buiten spelen. Je rent over het schoolplein, spelend met je nieuwe klasgenootjes. Nog een uur later haal ik je uit je klas. Je kijkt me stralend aan en komt met een mooi smoelenboek van de klas naar buiten. De juf zegt je gedag en je lacht van oor tot oor. In de vakantie kijk je veel in je boek. Iedereen uit je klas staat erin met een foto. Ze hebben er allemaal iets bijgeschreven en een tekening gemaakt.
Het is 9 januari. Je springt je bed uit. Je trekt je mooiste kleren aan. Je prachtige krullen moet ik in een zijvlecht doen. Je smeert je brood, rent weer naar boven om je tanden te poetsen. Huppelt weer naar beneden, je trekt je schoenen en jas aan en gaat voor het raam wachten. Ik zeg tegen je: “Uhm Nina het duurt nog 20 minuten voor de taxi komt…….”
Om 15.00 uur sta ik ongeduldig voor het raam. Daar is de taxi. Je rent de taxi uit, ik doe de deur open en je begint, nog zwaaiend naar de taxi chauffeur, je verhaal: “Het was zooooo leuk mama!” Deze Nina heb ik lang niet gezien en ik voel geluk in mijn buik. Dit is weer de vrolijke gezellig Nina, die ik al jaren kwijt ben
De juf belt mij regelmatig. Ze vertelt me dat Nina een lief meisje is. Ze is vrolijk en maakt leuke grapjes. Ze werkt heel hard en netjes en gaat met sprongen vooruit, maar ze is vooral erg creatief. Wat zijn we blij dat we deze moeilijke stap hebben gezet!
Je bent nu 9 jaar en je zit op je plek op school, maar dat wil niet zeggen dat daarmee alles is opgelost. Wat er in je koppie omgaat en hoe je daarmee omgaat daar moet je nog veel over leren. Bij Yulius zit je op je plek en word je liefdevol opgevangen. Je hebt nog een lang traject te gaan, maar ik ben blij dat je weer vrolijk en gemotiveerd naar school gaat.
Ik ga niet zeggen: had ik het maar eerder gedaan. We hebben altijd alles gedaan met in ons achterhoofd dat het goed zou zijn voor Nina. Als ik eraan terugdenk zeg ik: tuurlijk hadden we dingen anders moeten doen, maar dat is je verstand. Je gevoel brengt je weer op hele andere gedachten, maar ik ben heel blij dat we de stap hebben gezet. Een school waar ouders en kinderen elkaar begrijpen, waar heel veel respect is en waar ze open en eerlijk zijn zonder raar aangekeken te worden.
In de afgelopen jaren heb ik heel wat rake opmerkingen moeten incasseren van mensen om mij heen. Er wordt gezegd dat ik het me niet aan moet trekken, maar het raakt me toch. Hoe vaak heb ik Nina niet moeten verdedigen en uit moeten leggen wat er met haar aan de hand is, maar het heeft mij gehard en gesterkt en ik heb gestreden voor Nina. Zij staat in alle gevallen voorop samen met haar lieve broers en een ding is zeker: we hebben een liefdevol, vrolijk en gezellig gezin, waar ik elke dag van geniet!
Sasja van Hofwegen,
Moeder van 3 vrolijke kinderen en pedagogisch medewerker